Jeske Prinsen en Frank van Dal wonen sinds 2018 in een voormalige lagere school aan de Varkensmarkt in Hilvarenbeek. Waar eerst kinderen hun eerste stappen zetten op weg naar de kennis die zij in hun leven nodig zouden hebben, daar koken, eten, ontspannen en slapen zij nu en dat tot hun volle tevredenheid. Wat hebben de aannemer indertijd, de bewoners na oplevering en Jeske en Frank later gedaan om van een solide schoolgebouw heuse woningen en appartementen te maken? Dat wordt wel duidelijk bij een rondleiding.

Door Kees van Kemenade

In 1925 gaf het schoolbestuur de opdracht om aan de Varkensmarkt een R.K lagere school voor jongens te bouwen. Uiteraard moest de school een naam krijgen en omdat in dat jaar de Nederlander Petrus Canisius, de schrijver van de Catechismus, heilig was verklaard, koos men voor hem. Toen dat katholicisme niet meer zo belangrijk werd gevonden, werd de naam veranderd in ’t Palet. Maar het bleef een verouderde school en dus verlieten de leerlingen de lokalen voor modernere gebouwen. Een poos was het Likeur en Frisdranken Museum erin gevestigd, maar toen ook die de poort sloot, bleef de vraag: wat doen we met deze oude school? Slopen, of een andere bestemming bedenken? Het is dodelijk voor een dorp of stad als zij alle eigens verliest en alleen maar nieuwbouw laat verrijzen. Ideaal is als er gebouwen zijn uit alle tijdperken en in alle stijlen. Voor die oplossing werd gekozen; de school mocht blijven maar omgevormd tot vijf woningen in het hoofdgebouw en drie appartementen in de zijvleugel.

Zo origineel mogelijk

“ik wandelde in 2018 met mijn zus Cornelien door de Varkensmarkt en wij hadden het net over de vraag: waar ga ik wonen? Bij de oude school was men bezig met werkzaamheden. Ze gaan het toch niet slopen! Dat was mijn eerste gedachte. Ik stapte gewoon naar binnen en vroeg ernaar. Het worden woningen, was het antwoord van de bouwvakkers. Ik ben er meteen achteraan gegaan en een van de vijf gekocht. Nog nooit spijt van gehad, ook mijn partner Frank niet.” Wat er zo fijn aan een woning in een schoolgebouw is, wordt wel duidelijk als je even rondkijkt in wat ooit een klaslokaal was. Nu een woonkamer annex keuken. Een hoog plafond en grote ramen voor veel lichtinval is het meest opvallend. “Dat hebben we allemaal bewust zo gelaten, zo origineel mogelijk. De oude voordeur is gebleven en dat is nu het middelste pand. Met daarin nog de originele trap van vroeger. Er moesten wel vier voordeuren gemaakt worden. De gang die over de volle breedte van de school liep, kreeg muren en daardoor ontstonden halletjes voor de garderobe en de trap naar boven. Op de eerste verdieping kwam één grote kamer en badkamer en op de zolder twee slaapkamers en de waskeuken. Een volwaardige woning van 160 m2 dus.” De speelplaats werd de plek voor de tuin, een overkapping en schuur en voor de rest werd het parkeerplaats.

Creatieve inrichting

“Omdat alles afwijkt van het normale konden we creatief zijn met de inrichting. Niets is standaard; keuken, kasten, meubilair, alles is zelf ontworpen en ambachtelijk gemaakt. Dat maakt je woning ook meteen heel eigen.” Een paneel van de keuken, dat overbleef, veranderden ze met bijzondere ledlampen in armatuur voor de verlichting. Een rail bovenaan de muur werd een macramé plantenhanger.” Jeske en Frank zijn wel met de moderne tijd meegegaan, alles in samenspraak met de buren. Isolatie in de spouw, maar dat spreekt van zelf, zonnepanelen natuurlijk, nieuwe kozijnen met vensters volgens de huidige norm, maar wel in de vorm van de oude schoolramen. Niet alleen dit stel is tevreden, maar alle bewoners. “Nog niemand is verhuisd, of wil dat! Iedereen komt uit Beek; sommigen hebben hier zelfs nog op school gezeten. We werken ook zo mooi samen met de afspraken. Over uniformiteit van de kleuren bijvoorbeeld. Alles moet zo oorspronkelijk als maar mogelijk is, blijven. Wat het allemaal écht bijzonder maakt, is dat bijna niemand zo woont als wij en onze buren. Een woning met een geschiedenis en een eigen atmosfeer, waar vind je dat?”