“De trek naar de stad zet door, er is leegloop in kleine dorpen”, vertelt mijn dagblad. Een zorgwekkende ontwikkeling in ons landje, dat door sommigen als ‘vol’ wordt ervaren, maar dat in flinke delen dus juist steeds leger wordt. Moeten wij ons ook druk gaan maken in ons Monument in het Groen Met de Gele O?

De zon scheen weldadig over onze vijf kernen op deze dag die toepasselijk zondag heette. Ik passeerde in Oostelbeers opritten waar nijvere dorpsbewoners bezig waren hun opritten vol te stapelen vanwege een garagesale. In Middelbeers was in het ontmoetingscentrum een expositie van de lokale fotoclub die behoorlijk wat bezoekers trok. Even later belandde ik in theater De Stoelendans in een bomvolle zaal bij een concert van de Leonard Cohen Tribute Band. De dag voelde als een sociaal- maatschappelijke en culturele warme douche: een weldaad voor de op dit gebied toch al best verwende Oirschottenaar. Je zal hier maar mogen wonen.

We hebben vier ontmoetingscentra die hun stinkende best doen, culturele hotspots, leuke restaurantjes en we worden omringd door bos-, heide- en vennengebieden. Wat wil je nog meer zou je denken. Veel inwoners willen ook graag hier blijven en onze dorpen hebben ook de nodige aantrekkingskracht op bijvoorbeeld mensen die werken in de Brainport regio. Onze gemeente heeft een stevige bouwambitie uitgesproken om tegemoet te komen aan die wensen. Er wordt de laatste jaren ook daadwerkelijk meer gebouwd, maar het blijkt toch nog lastig om de doelstellingen te halen.

Wat we vooral zien is dat er met name gebouwd wordt in het dure en in het middensegment. En dat middensegment begint dan zo’n beetje bij een koopsom van een ton of vier. Er wordt wel gebouwd in het sociale segment, maar vaak is het gewoon nog te weinig. Er zijn regels voor nieuwbouwprojecten, waarbij dan een minimumaantal sociale huurwoningen of goedkopere koophuizen moet worden gebouwd. Soms wordt er dan gemorreld aan de percentages, met vage beloften dat dit ergens anders weer gecompenseerd zal worden. Het grootste onderliggende probleem in onze gemeente is echter dat er al een paar decennia veel te weinig sociale huurwoningen zijn gebouwd. Om dat gelijk te trekken zou onze gemeente de komende jaren flink veel meer dan die verplichte dertig procent sociale huur moeten bouwen, willen we bijvoorbeeld onze jongeren hier kunnen houden. Nu vertrekken ze noodgedwongen nog vaak naar Best of Eindhoven.

De landelijke politiek werkt ook niet mee. Snelle invoering van de ‘Wet versterking regie op de volkshuisvesting’ is volgens de Woonbond noodzakelijk om de achterstand in aantallen sociale huurwoningen in te halen. “Hierdoor moeten gemeenten namelijk van alle nieuwbouwwoningen minstens 30% sociale huur bouwen”, aldus de Woonbond. “Maar het wetsvoorstel ligt al een jaar in de lades bij woonminister Mona Keijzer stof te vangen. Ondertussen worden er jaar op jaar te weinig sociale huurwoningen gebouwd en groeien de wachtlijsten. In 23 gemeenten blijken de afgelopen 3,5 jaar zelfs helemaal geen nieuwe sociale huurwoningen gebouwd te zijn.” Maar in de tussentijd is het – ook in onze gemeente – natuurlijk veel ‘logischer’ om de schuld te leggen bij statushouders die een sociale huurwoning krijgen toegewezen, volgens de regels. Dat is ook wel zo handig voor de machthebbers, want het leidt lekker af van het werkelijke probleem: namelijk dat er stomweg veel te weinig sociale huurwoningen zijn gebouwd.

Ik vrees dat we op dit gebied de komende jaren weinig te verwachten hebben van deze coalitie. Nu de problemen op het wereldtoneel in rap tempo toenemen zien we trouwens ook al een beschamend onvermogen bij ‘one issue’ partijen als BBB, PVV en NSC. Als het niet over boerenbelangen, migratieproblematiek of staatsrechtelijke komma’s en punten gaat, dan klinkt er vooral een weinig belovend ‘Euuuhhh…’ Ik zou hier natuurlijk met een oproepje kunnen afsluiten om de volgende keer vooral op partijen te stemmen, die wél inhoudelijk de kennis en de mensen in huis hebben om een breed scala aan problemen aan te pakken, maar misschien is dat teveel gevraagd van de weledele inwoners van ons pretparkland.

Hopelijk zien we het licht nog eens. Misschien past hier wel een tekstregel van de zonet al genoemde Leonard Cohen. Hij kon zich nogal eens cynisch en zwartgallig uitdrukken, maar hoopvolle boodschappen waren hem ook niet vreemd. ‘There is a crack in everything, that’s how the light comes in…’