U zult zich misschien afvragen of uw columnist van Boel(e) Natuur nu echt van het (zand-)padje af is geraakt. En ja, ik geef het eerlijk toe, zestig lange jaren boven de grote rivieren zie je soms terug aan wat merkwaardige uitspraken. Maar erfgoed en natuur liggen in Nederland letterlijk in elkaars verlengde. Geen stukje Nederland, ook bij ons in Oirschot, is meer ongerept. Niets is meer puur natuur, alles is in de afgelopen zesduizend jaar door mensenhanden gekneed, omgespit of kaal gekapt. Maar tot ver in de vorige eeuw hebben we de natuur kansen geboden om letterlijk opnieuw te beginnen. En dat is, ondanks onze verwoede pogingen om alles wat niet behoord tot Homo sapiens van de aardbodem af te vegen, toch aardig gelukt. Meer dan vijftienhonderd plantensoorten, honderden broedvogels en vierentwintighonderd soorten vlinders hebben in Nederland een plekje gevonden of behouden.
Zandpaden vormden eens het levende netwerk van elk door mensenhanden ingerichte landschap. Lange tochten over mulle of modderige paden waren het lot van elke marskramer die van markt naar markt trok. Met de komst van straatklinkers in de vijftiende eeuw werd een eerste stap richting het verdwijnen van zandpaden gezet. Maar vooral vanaf 1850 ging het hard. Nieuwe technieken maakten klinkers steeds goedkoper en tot 1950 werden steeds meer wegen verhard. Tien jaar later kwam de ruilverkaveling op gang en werden veel van de overgebleven zandpaden letterlijk onder geploegd. Oeroude handelsroutes werden uitgewist, het verhaal van het landschap gemuilkorfd.
Ondertussen waren zandwegen echter ook een laatste overlevingskans voor een steeds verder groeiende lijst van planten en dieren geworden. Hakhoutbosjes verdwenen en bloemrijke hooilanden maakten plaats voor de groene engels raaigras steppes. Zandblauwtjes bloeiden eens op de heide maar nu in de berm en bosanemonen herinneren aan bos wat er eens was, Zandbijen en graafwespen zien in een zandige berm een laatste strohalm om te overleven. Alleen daar kunnen ze nog hun nestgangen uitgraven nadat elke Brabantse donk geëgaliseerd werd. Zandheuvels lagen immers maar in de weg. Vlinders als hooibeestje, argusvlinder en bruin zandoogje waren eens zeer algemeen met dank aan extensieve veeteelt en kunnen nu nauwelijks aan de kost komen in bermen van zandpaden. Specifieke grassoorten voor hun rupsen, bloemen voor de volwassen dieren zijn vaak alleen daar nog te vinden.
Maar juist in onze gemeente zijn nog tientallen kilometers zandpaden aanwezig. Dat is ook de reden dat de Brabantse Milieufederatie, gesteund door Brabants Landschap en wandelnet.nl in een pilotprogramma Zandpaden voor Oirschot gekozen heeft. In 2023 heeft Thyme Potters al een eerste, zeer gedegen, inventarisatie in onze gemeente uitgevoerd. Er is bekend wat er ligt, nu is het zaak om van elk pad zowel de cultuurwaarden te documenteren maar ook zoveel mogelijk gegevens van de aanwezige natuur vast te leggen. Wat groeit en bloeit er in de berm? Welke vlinder-, zweefvlieg- en bijensoorten komen er nog voor? En vooral hoe kunnen vrijwilligers, grondeigenaren en gemeente er samen zorg voor dragen dat dit oeroude erfgoed in perfecte staat doorgegeven wordt aan de volgende generatie. Dat er op maandag 3 maart ruim vijftig geïnteresseerden mee wandelden met een eerste verkenning is hoopgevend.
De Milieufederatie hoopt in juni een gedegen plan van aanpak te presenteren.