Bijna dagelijks verblijdt hij ons met een bezoekje. Of zij, dat kunnen we eigenlijk niet vaststellen. Het begon een paar maanden geleden, toen er zich een zwarte kat, luid miauwend op de vensterbank buiten ons raam meldde. Toen we de deur opendeden mauwde hij nog eens en schurkte zijn lijf en staart voorzichtig langs onze benen af. Na een paar keer proberen liet hij zich ook nog aaien.
Mijn vriendin aanbidt beestjes en dit exemplaar liet zich de aanbidding goed welgevallen. En weer mauwde hij. Of zij. Mijn vriendin begreep de boodschap en haalde een kommetje melk en een plakje gekookte ham. Hoewel hij er bepaald niet ondervoed uitzag, gingen de lekkernijen er vlotjes in. Hij schurkte nog eens langs ons af en wandelde verder de straat in.
Sindsdien komt hij dus vrijwel elke dag. Een vast tijdstip heeft hij niet, maar het blijkt toch een gewoontedier. Ook de volgorde mauwen, schurken, eten, weer schurken houdt hij netjes aan. Van de gekookte ham wil hij ook niet afwijken. We hebben het nog geprobeerd met kipfilet, gehakt en rosbief: daar haalt hij letterlijk zijn neus voor op. Soms maakt hij een uitzondering voor een plakje kaas. We vermoeden dat hij gewoon een vast huis heeft, waar wel degelijk om hem gegeven wordt, want naast dat hij er niet ondervoed uitziet, oogt hij ook verzorgd. We hebben inmiddels vernomen van onze buurvrouw dat hij ook dáár geregeld komt voor iets lekkers. Het zou mij niet verbazen als hij zo in de wijk een dozijn adresjes heeft waar hij voor wat lekkers terechtkan. En waar hij dan wellicht ook al het gehakt, de kipfilet en de rosbief heeft genuttigd, die hij dan vervolgens bij ons niet meer blieft.
We weten niet hoe hij, of zij, heet. In gedachten noem ik hem Sebastiaan, naar het overbekende liedje ‘Somebody called me Sebastian’ van Steve Harley and Cockney Rebel. Die Sebastian bleef ook altijd een mysterie. Als Steve Harley ernaar gevraagd werd zei hij altijd: ‘Ik weet het ook niet. Het is gewoon poëzie.’ Van poëzie naar poesie is amper een stapje. Ik heb eens opgezocht waar de naam Sebastiaan voor staat. Volgens Wikipedia komt het uit het Grieks, betekenend ‘de aanbedene’. Het klopt helemaal.