De vorige week zondag aangekondigde rommelmarkt in De Kemmer ging niet door: de gemeente vaardigde de vrijdag ervoor een verbod uit, met een last onder dwangsom van 10.000 euro. Exploitant Max Adriaansen is ontgoocheld. “In onze gebruiks- en exploitatievergunning staat dat we tien evenementen per jaar mogen organiseren.”
door Rens van Ginneken
De Kemmer en de gemeente zijn momenteel in een stevige juridische strijd verwikkeld, want de gemeente wilde de exploitatieovereenkomst die per 31 december 2024 afliep niet verlengen. Dat zou ook niet mogelijk zijn zonder aanbesteding, volgens de gemeente. Adriaansen stelt dat hij recht op een verlenging van twee jaar zou hebben.
Met dit verbod op de snuffelmarkt verbeteren de verhoudingen er blijkbaar niet op. Adriaansen: “De gemeente heeft eerdere edities van de rommelmarkt nooit tegengehouden en heeft ook niet aangegeven dat we nog een aparte vergunning hiervoor nodig hadden. Pas op de allerlaatste werkdag met zo’n besluit komen zorgt dat wij geen enkele kans krijgen om nog iets te regelen. Dit heeft grote gevolgen voor zowel De Kemmer als voor de organisatie van de rommelmarkt, maar ook voor de tientallen standhouders en de honderden bezoekers die zich hadden ingeschreven.”
Al eerder meegedeeld aan exploitant
De gemeente stelt dat uit de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) blijkt dat er voor een dergelijk evenement wel degelijk vergunning moet worden aangevraagd en dat zij dit ook eerder aan de exploitant heeft medegedeeld. Daarom ziet de gemeente nu geen andere optie dan een ‘verbod op het laatste moment’. Om het besluit kracht bij te zetten kondigde de gemeente per brief van burgemeester Keijzers-Verschelling aan dat Adriaansen een dwangsom van 10.000 euro moet betalen als hij de snuffelmarkt toch door zou laten gaan. “Wij vinden het pijnlijk dat de gemeente ervoor kiest om bezoekers en standhouders te duperen, terwijl wij tot nu toe hebben weten te voorkomen dat onze gebruikers last ondervonden van de lopende conflicten tussen De Kemmer en de gemeente. We zullen ons zoveel als mogelijk inspannen om samen te werken aan het vergoeden van de geleden schade”, zo vertelt Adriaansen in een last-minute brief aan bezoekers, standhouders en betrokken.
‘Zonder vergunning niet mogelijk’
Via de afdeling Voorlichting geeft de gemeente toelichting op de gang van zaken. “Volgens de overeenkomst mogen alleen personen of verenigingen die in De Kemmer hun thuisbasis hebben, een feest organiseren. Voor andere organisatoren zijn alleen evenementen mogelijk, en dan maximaal tien per jaar. Bovendien mogen deze activiteiten geen negatieve invloed hebben op sportgerelateerde zaken”, zo vertelt de voorlichter. De gemeente bestrijdt dat er vanwege deze regeling geen vergunning meer aangevraagd zou moeten worden voor de nu afgelaste snuffelmarkt. “Op grond van artikel 5:23, eerste lid van de Algemene Plaatselijke Verordening Oirschot 2025 (APV) is het verboden om zonder vergunning van de burgemeester een snuffelmarkt te organiseren. Voor de vlooienmarkt werd geen vergunning aangevraagd. Het organiseren van evenementen zonder benodigde vergunningen heeft zich afgelopen jaar al meermaals voorgedaan en de exploitant is hier ook meermaals op gewezen. Ook vorige week vrijdag is dit in een gesprek aangegeven.” Ook geeft de voorlichter aan dat het door de omstandigheden niet mogelijk zou zijn geweest om éérder in te grijpen dan nu het geval was. “De gemeente werd kort voor het evenement geconfronteerd met de aankondiging. Dit maakte het onmogelijk om nog vergunning te verlenen, omdat er te weinig tijd was om belangrijke aspecten zoals veiligheid, hygiëne en openbare orde te beoordelen. Zonder deze controle zouden er risico’s kunnen ontstaan voor zowel bezoekers als deelnemers.” De voorlichter besluit: “Hoewel de gemeente altijd kijkt naar de mogelijkheden om alsnog een vergunning te verlenen, was de tijd hiervoor in dit geval echt te kort.”
‘Vlooienmarkt is geen feest’
Max Adriaansen volhardt in zijn standpunt dat de snuffelmarkt ten onrechte werd verboden. “De gemeente stelt dat alleen personen of verenigingen met een thuisbasis in De Kemmer feesten mogen organiseren, en dat overige organisatoren beperkt zijn tot maximaal tien evenementen per jaar en wij hebben ons altijd aan deze afspraak gehouden. Echter, een vlooienmarkt valt niet onder de noemer 'feest', en is bovendien een activiteit die al meerdere malen eerder zonder bezwaar is georganiseerd. Wij begrijpen de regelgeving, maar willen benadrukken dat wij in het verleden nooit op deze vergunningplicht zijn gewezen bij soortgelijke evenementen”, zo weerspreekt hij de gemeente. “Wij zijn nooit formeel op de hoogte gesteld dat een vergunning nodig zou zijn voor dit type evenement. De gemeente geeft aan dat zij 'kort voor het evenement' werd geconfronteerd met de aankondiging van de vlooienmarkt; ook dit is onjuist”, zo stelt Adriaansen. “De aankondiging was ruim op tijd openbaar bekend via de website en Facebookpagina van de organisatie. Hadden wij geweten dat de gemeente hier specifiek van op de hoogte gesteld wilde worden, dan hadden wij dat uiteraard gedaan.”
Dwangsom op het laatste moment
Hij besluit: “De door de gemeente genoemde aspecten als veiligheid, hygiëne en openbare orde zijn al getoetst en goedgekeurd in de gebruiksvergunning, waarin een maximumaantal personen per ruimte is vastgelegd. De Kemmer wordt wekelijks door honderden personen gebruikt, dus een vlooienmarkt van deze omvang is niet afwijkends van de normale gang van zaken. Wij zijn van mening dat de gemeente Oirschot een kans heeft laten liggen om samen met ons te kijken naar een oplossing, in plaats van op het laatste moment een dwangsom op te leggen.”
Adriaansen kon desgevraagd nog niet met zekerheid zeggen of hij nog juridische stappen wil zetten naar aanleiding van deze nieuwe botsing met de gemeente.