Gevlucht voor de Saharatemperaturen, belandden we ’s middags bij een regionaal bekend strand, nabij een strandtent die nogal pompeus ‘Zuyver’ was gedoopt. Nu ik erover nadenk vind ik ‘pompeus’ nogal een pompeus woord. Maar dat geheel terzijde. Het eerste wat opviel, was een dreigend hekwerk van Trumpiaanse afmetingen, dat het strand opdeelde in een soort Mexico en USA. Misschien dat met het hek de ‘Zuyverheidsgedachte’ veilig moest worden gesteld, maar of er werkelijk zo’n boreale gedachtegang achter zat weet ik niet zeker. Omdat wij aan onze kant bediening hadden en ligbedjes, terwijl dat aan de andere kant ontbrak, vermoed ik dat wij USA waren.

Op zeker moment moet dan natuurlijk het vochtgehalte op peil worden gebracht. Gelukkig liep er een zeer gedienstige en hevig zwetende werkstudent rond om de bestellingen op te nemen. Hij noteerde bij de dames naast ons, ik schat een moeder van mijn leeftijd, met een mooie dochter van een jaar of twintig, ‘tweemaal Spa Rood’. Die kwam ook aardig snel en al oberend probeerde hij er nog wat extra ‘effort’ in te leggen met een grapje over de luxueuze situatie op de bedjes, door een Chinees vrouwtje te imiteren dat met een hoog stemmetje een ‘massadzjie’ aanbiedt. Mogelijk verstapte hij zich over een ongelijk stuk in het terras, omdat hij verblindt was door de schoonheid van de dochter. Wie zal het zeggen? In ieder geval: één der glazen ijskoude Spa Rood belandde in zijn geheel op de onbedekte rug van de moeder. Die trok een gezicht, zoals we dat weleens zien bij het in één brute ruk ontharen van een flink stuk lichaam. De mooie dochter lachte zich een breuk en de arme knul wist niet meer waar hij het had, terwijl het zweet nu uit al zijn poriën leek te spuiten.

Toch herpakte het aanstormend horecatalent zich en hij opperde om snel een nieuw glas te halen. Bij zijn terugkeer sprak hij nog geestig: “Ik zal nu maar niet over de ‘massadzjie’ beginnen hè?” Kwiek bukte hij zich, mogelijk net iets te kwiek, of wellicht was hij gewoon weer afgeleid door de mooie dochter, want hij hield zijn dienblad net iets te schuin, waardoor het ijskoude glas Spa Rood ten tweede male over de onfortuinlijke moeder plensde.

Het gezicht dat ze er nu bij trok, hoorde bij een Biblebelt-moeder die haar zoon op een eerlijk stuk handwerk betrapt achter de huis-pc, welke de verrichtingen van Bobby Eden toont in een schimmige kelder. De dochter pieste nu bijna in haar strak gesneden bikinibroek van het lachen. Vervolgens keek iedereen rond, alsof er toch niet ergens een verborgen camera stond. Andermaal verdween de arme knul uit het beeld om een nieuw glas te halen.

Ondertussen gingen mijn gedachten, vanwege de eerder genoemde ‘massadzjie’ terug naar de zomervakantie van 2017, een strandje bij Viareggio. Daar liepen nogal wat mensen uit minder bedeelde contreien rond, die probeerden badlakens met kitscherige dolfijnen en nep-Rolexen aan de man te brengen. Er was ook een Chinees vrouwtje, dat op luide toon, inderdaad, haar ‘massadzjie’ aanprees. Mijn vriendin vond het een goed idee. Het vrouwtje stelde zich keurig voor als Lily, maar misschien is dat Chinees voor Riri. In ieder geval: ze masseerde er met de subtiliteit van Badr Hari op los, op mijn van de lange autorit nog wat pijnlijke onderrug. Ondertussen legde ze uit, dat haar handel geweldig floreerde en dat werkelijk iedereen, op elk Europees strand haar riep om haar diensten. Ik hoorde hier niemand om Lily roepen, maar het vrouwtje poogde weer te geven hoe dat dan altijd klonk, als iedereen haar tegelijk riep en zij letterlijk handen tekort kwam:

“Lily-Lily-Lily-Lily-Lily-Lily-Lily-Lily-Lily!!”

Probeer het maar eens, om dat heel snel 48 keer achter elkaar te roepen. Mij lukt het niet, maar Lily wel hoor. In ieder geval: ik had nog nooit zo’n rugpijn als de drie vakantiedagen erna. Het voelde ongeveer alsof na een botsing met een T-Rex mijn lage dorsale musculaire massa was losgeraakt van mijn heup. Ofwel, alsof mijn kont totaal was afgescheurd. Ik keek en liep erbij alsof ik zojuist over een Amsterdammertje heen was gezakt. Gezegend zij de Chinese massagekunst.

De arme jongen was weer terug met een nieuw glas, dat hij de gefolterde moeder uiterst omzichtig aanreikte. Geen grappen over ‘massadzjie’ dit keer, wel zeer vele excuses, en alles ging nu wonderwel zonder ongelukken. Maar dat was misschien Zuyver Toeval.