Peter Deenen, motorliefhebber (deel 2)
**HIER FOTO A***
Peter Deenen uit Oostelbeers was eind jaren 60 van de vorige eeuw motorcoureur. In de vorige ‘Groeten uit de Beerzen’ heeft u daar al over kunnen lezen. Vandaag deel 2.
Peter racete veelal op stratencircuits, vaak samen met zijn vriend Piet van de Wal uit Oirschot. Met Piet van de Wal heeft Peter spannende tijden beleefd, er was altijd reuring! Piet was een hele goede rijder en heeft veel prijzen gewonnen. Volgens Peter had Piet van de Wal over belangstelling van dames niets te klagen, waar de rest van de coureurs van kon ‘meegenieten’. Peters’ vrouw Francien heeft enige tijd nadat Peter gestopt was met racen nog foto’s gevonden waarop dames (te) dicht bij Peters’ motor en bij hem stonden. Francien heeft die dames er maar afgeknipt.
Peter en Piet zijn een keer met het volkswagenbusje van Piet naar de Nürbürgring in Duitsland gereden om te racen. Hun monteur, Kees van de Pas, zou de volgende dag pas komen. Maar Kees was naar Nürnberg gereden, bijna 400 km verderop, waardoor ze dat weekend hun monteur niet in het rennerskwartier hebben gezien.
Peter Deenen heeft ooit één keer in de prijzen gereden, verder niet. Toch waren er twee Beerzenaren, Bernhard van Ham en Adriaan Verhagen, die een supportersclub voor hem op wilden richten. Peter zag dat echter niet zitten, het zou teveel verplichtingen hebben gegeven.
Na een ernstig motorongeluk is Peter met motorracen gestopt; hij hield er een verbrijzelde voet aan over. Hij kocht daarna wel een wegmotor om in toerverband te rijden. Stoppen met racen wilde niet zeggen dat Peter geen races meer bezocht. Zo ging hij o.a. naar Zweden, Engeland, Finland, Duitsland, Oostenrijk, Italië en Isle of Man, vaak met Toon van Korven. In 1982 gingen Peter en Toon zelfs naar een race in Daytona, waar ze de spectaculaire lancering van de Spaceshuttle meegemaakt hebben. Omdat Piet van de Wal, die nog wel racete, kaartjes kon regelen, werd bij de races ook vaak het rennerskwartier bezocht. Na het overlijden van Piet van de Wal heeft Peter alle fotoboeken van zijn vriend gekregen, al heeft de familie er eerst wel alle ‘pikante’ foto’s uitgehaald. Ook de laatste motor waar ‘Pietje Wal’ op heeft gereden staat bij Peter.
Op zijn 65e stopte Peter met motorrijden, waarna hij meteen een snelle Porsche kocht! Het bloed kruipt immers waar het niet gaan kan. Alhoewel, zegt Peter zelf: “Francien denkt dat er geen bloed door mijn aderen stroomt, maar motorolie!” Aan die Porsche heeft Peter een vriendinnetje overgehouden, namelijk kleindochter Iris, die graag meerijdt. Het liefst met het dak naar beneden en dan roept ze: “Nou opa, gas erop!”
Terugkijkend op zijn raceverleden concludeert Peter dat het een gevaarlijke sport was. Peter: “Tegenwoordig is het gelukkig veel veiliger. Ik heb coureurs zien verongelukken. Later kwam het besef dat het jou ook had kunnen gebeuren, al voelde je je tijdens de race onaantastbaar. Er vloog ook wel eens een motor in het publiek; in Ammerzoden zijn zo ooit vier mensen verongelukt. Dat gevaar was uiteindelijk ook de reden dat de straatraces niet meer gehouden werden.” Ondanks het gevaar vond Peter het een mooie tijd waar hij nog vaak met veel plezier aan terugdenkt.
In zijn woonkamer staat een Kawasaki 350cc, niet zijn racemotor, maar wel zo’n zelfde. Elke keer als Peter daar langs loopt, knijpt hij liefdevol in de remmen. Als Peter over zijn motorrijden praat, doet hij dat met twinkelende ogen, al voelt hij zijn zere voet nog elke dag.
***HIER FOTO B***
(tekst en foto’s: Joke van Ham, heemkundekring ‘Den Beerschen Aard’)