Ik ben vast niet de enige die bijzonder opgelucht is om na 26 december in ieder geval weer voor een maand of elf te zijn verlost van Mariah Carey en haar ingeslikte fluitje en het eeuwigdurend gerecycleerde Last Christmas van Wham. Ook als je Skyradio niet aan hebt staan, dan word je er in de super en de bouwmarkt nog minstens drie keer per uur mee bestookt. Het Spaanse equivalent is ongetwijfeld Feliz Navidad (I wanna wish you a merry Christmas) van de onvolprezen José Feliciano. Afgelopen week hoorde ik het in Valencia uit elke taxi, elke lift en elk tapasbarretje komen in ieder geval.
Dat Valencia is sinds bijna twee jaar de woon- en werkplek van mijn oudste, die ik dientengevolge een stuk minder vaak zag dan ik zou wensen. Ze streek er vorig jaar neer met haar Cadzandse vriend. Allebei werken ze er voor een firma die de recruitment van ict’ers verzorgt. Valencia heeft natuurlijk zeer recent een enorme watersnoodramp te verwerken gehad, met veel schade en enkele honderden dodelijke slachtoffers tot gevolg. De bezorgde vader belde uiteraard onmiddellijk de dochter op 1800 handenwringende kilometers afstand. Ik moet bekennen dat ik eigenlijk niets van de gevolgen heb waargenomen. Volgens mijn dochter komt dat, omdat de catastrofe zich vooral ten zuiden van de stad afspeelde.
De stad richt zich weer op en toen ik er was scheen gewoon weer de zon.
Een dochter in het buitenland blijft toch iets aparts voor een vader. Gevoelens van bezorgdheid (eet ze wel goed, is het niet gevaarlijk in zo’n miljoenenstad?) vermengen zich met trots en blijheid, omdat ze het zo goed lijkt te doen daar. Vlotjes gaat ze in het Spaans het gesprek aan met barpersoneel, receptionisten en winkeliers. Soms kan ik het een beetje volgen vanwege wat kennis van het enigszins vergelijkbare Italiaans, vaker niet. We zwerven door de stad per fiets, per trein, per metro en te voet. Ze vertelt over de typisch Valenciaanse Falla cultuur, de befaamde sinaasappelteelt en de vele zwervers die hier onder haveloze dekentjes slapen onder de stoïcijnse maan. Ik bezoek met haar het indoor stadion en het atletiekstadion in het park: Estadio del Turia, waar ze haar hordetrainingen na jaren weer heeft opgepakt. Bij de junioren was ze in haar vaderland bij NK’s een vaste waarde op de horde- en sprintonderdelen en destijds reisde ik met haar naar trainingen in Oirschot, Best, Vught en Sittard en naar wedstrijden in Amsterdam, Apeldoorn, Antwerpen en Düsseldorf.
Ik geniet omdat zij weer geniet van de Mondobaan die nóg blauwer lijkt onder de stralende Spaanse zon.
We hebben gesprekken, van dochter tot vader en vice versa. Over het leven, werk, lekkere dingen, leuke dingen, moeilijke dingen. Gesprekken die met de 27-jarige en de 61-jarige van nu enorm aan diepgang hebben gewonnen in vijf jaar tijd. Het heelal, opa die overleed, misschien (klein-)kinderen nog eens? Durf je dat wel in deze wereld, meiske van me? Schoonzoon vertelt over zijn toekomstplannen: hij gaat een carrièreswitch maken als zij-instromer in het basisonderwijs. Mijn oude onderwijzershart juicht. Hij heeft zelfs al een gitaar gekocht en lessen gevolgd. Ik zie het wel voor me, hij voor de klas. Met zijn gitaar en zijn laconieke surfuitstraling ligt er een mooie toekomst bij de bovenbouwgroepen schat ik.
Boven onze tapas, met een goed Valenciaans wijntje erbij mijmeren we over de nabije toekomst, waarin ze dus onvermoed eerder terugkomen naar Nederland dan waarop ik me had ingesteld. We zien een hoopvolle joekel van een verlichte kerstster op een plein bij één van Middeleeuwse toegangspoorten van de oude binnenstad. Vertederd kijken we naar een kleuter die in vervoering achter de zeepbellen van een straatartiest aan dribbelt, zoals zij ooit dribbelde achter de duiven in de Efteling. Hoe graag ik hier ook op bezoek ga, het wordt toch wel een stukkie handiger als ze straks weer in Tilburg vertoeven.
Mijn Kleine Prul is ineens groot geworden. Feliz Navidad wordt iets voor in een mooi herinneringenalbum.