Deze week is het grote dating feest voor onze kleine wintervlinders weer los gebarsten. Automobilisten merken het direct, passeert u ’s avonds een rij eiken? Let dan eens op dansende vlinders. In de afgelopen jaren heb ik geregeld geschreven over dit merkwaardige fenomeen. Vanaf begin november tot enkele weken later komen de wintervlindertjes uit hun pop, de ongevleugelde dames klimmen in de dichtst bij zijnde eikenboom en beginnen voor de heren hoogst verleidelijk te geuren. De gevleugelde heren kunnen dit niet weerstaan en volgen hun hormonen richting een hopelijk heerlijke paring. Maar er zijn altijd meer mannen en dus is het een kwestie van wie het eerst komt mag zijn cadeautje doorgeven. Daarom beginnen zij al bij de eerste schemering te patrouilleren langs geschikte plekken om maar de beste start positie te krijgen.

Maar er zijn veel meer vlinders in de kille novemberavonden te zien. Een goede tuinlamp geeft gegarandeerd resultaat maar met een zaklantaarn een rijtje bomen, bij voorkeur zomereik, werkt ook goed. Meest opvallend zijn de bont gekleurde grote wintervlinders. Het lijkt wel of elk exemplaar zelf met de verfkwast bezig is geweest. Van bijna somber bruin tot lichtetinten met pikzwart aangezette banden. Ook dit zijn heren die uit de koers geraakt zijn en eigenlijk op jacht naar een passende dame waren. Net als bij de kleine kan ook zij niet vliegen en leeft net lang genoeg om haar eieren af te kunnen zetten bij een sappige bladknop.

Tussen al dat gewemel zitten ook vaak wat andere soorten. Kromzitters bijvoorbeeld. In stemmig grijs met een overvloed aan zwarte streepjes. Als een dakpan zittend en een stevige beharing om hun borststuk. Hun bijzondere naam danken ze niet aan hun vlinderlijf. Die zit gewoon recht. Het zijn de oudere rupsen die zich voeden met zomereik, lijsterbes of soms berk. Zodra ze zich bedreigd voelen trekken ze hun lijf krom en werken ze een prop onverteerd bladmoes uit hun mond. Niet bepaald een aangenaam gezicht voor een koolmees. Papegaaien zijn net wat kleiner en zitten plat tegen de muur. Op bomen zie je ze nooit, alleen bij een lamp kun je genieten van hun fraaie groene vleugels met een verzameling bandjes en streepjes in zwart afgezet.Ze behoren bij de spanners en hebben een rups fase waarin ze zich door het samentrekken en steeds weer strekken voortbewegen over hun voedselboom. Ze zijn veel minder algemeen dan de kromzitters en dus altijd leuk om te zien.

Wat grotere, saai grijze vlinders zijn herfstspanners. Zeer algemeen en net als bij de vorige twee soorten wordt bij het huwelijksfeest actie verwacht van beide partners. Al vliegend en fladderend moeten ze naar elkaar op zoek waarbij de heren een kleine voorsprong hebben omdat ze wat beter kunnen ruiken. Veel mooiere zijn tenslotte de najaarsspanners Fraai oranje geel en met een opvallend geknikte dwarslijn over de vleugels. Ze kunnen verward worden met de grote wintervlinder maar die heeft een stip boven de dwarslijn. Net als de grote en kleine wintervlinder wachten de dames op een geschikte eik want met vleugelstompjes is het slecht vliegen.

Maak eens op een niet te frisse novemberavond een wandeling langs wat eiken. Sla de Amerikanen maar over en zet koers naar de zomereiken. Succes verzekerd.