Nederland is een land van water. En als dat water ook nog eens bevroren is, staat heel het land op z’n kop. Een paar dagen vorst en de rayonhoofden komen bij elkaar terwijl wij de adem inhouden. Komt ie?
Door Wiljan Broeders
Tot dusverre wordt dat wachten nog niet beloond. De laatste Elfstedentocht die verreden is, dateert alweer uit de vorig eeuw. Meer specifiek: 4 januari 1997. Een tocht die de boeken ingegaan is als ‘zwaar’ met windkracht 5 tot 6 en temperaturen van -6 in de ochtend tot -3 overdag. Met ‘spruitjeskweker’ Henk Angenent die als eerste op de Bonkevaart (Leeuwarden) over de finish kwam en daarmee Neerlands erfgoed werd.
Kleintje Pils
Op een opvolger is het nog altijd wachten. Maar tot die tijd wordt er hard getraind. Veelal op aerodynamische, professionele banen als het Friese Thialf; misschien wel de bekendste schaatstempel wereldwijd waar menig toernooi op het scherpst van de snede wordt uitgevochten. Met een overwegend oranje legioen, hossend op ‘Kleintje Pils’, op de tribune.
Koek en zopie
Maar de echte schaatsromantiek zit ‘m natuurlijk in het spelen met de elementen. De bevroren meertjes en slootjes, warm aangekleed en koek en zopie na als beloning. Het is helaas al lang geen jaarlijks terugkerend beeld meer. Wat dat betreft laat klimaatverandering zijn zichtbare sporen na. Niettemin schuilt daarin mogelijk ook wel de magie. Het ‘hopen’ zodra de temperatuur tot het nulpunt daalt… en daar voorbij.
Spekglad
Dus als het dan eens zover is, binden we ook meteen massaal de ijzers onder. Want schaatsen is net als fietsen… binnen no-time heb je de slag weer te pakken en glij je over het ijs. Alhoewel… een ongeluk zit natuurlijk in een klein hoekje, vooral als de ondergrond letterlijk spekglad is. Uitkijken geblazen dus. Zeker als de jaren gaan tellen, het reactievermogen afneemt en je je weliswaar nog altijd een jonge god(in) voelt maar het lichaam je af en toe een confronterende spiegel voorhoudt.
Laagstaande zon
Maar eigenlijk geldt voor elke leeftijd, zowel oud als jong: een goede voorbereiding draagt bij aan optimaal, veilig genieten! En dat begint al bij de plek. Want een laagje ijs betekent niet automatisch dat je er ook kunt schaatsen. Het meest veilige (maar voor sommigen misschien minst avontuurlijke) zijn de zogeheten ‘combibanen’; gecombineerde skeeler- en schaatsbanen. Hier staat het snelste een veilig laagje ijs op. Dat geldt ook voor ‘landijsbanen’, vooral ook omdat die veelal beheerd worden door ijsclubs en er dus toezicht is. Ondergelopen landjes, ondiepe plassen en vennetjes kunnen meestal ook nog wel getrotseerd worden. Niettemin blijft voorzichtigheid geboden. Overtuig jezelf altijd van de ijsdikte op meerdere plekken en ga nooit alleen het ijs op. O ja, en wees voorzichtig bij laagstaande zon, mist en schemering; dergelijke weersomstandigheden maken het beeld nogal verraderlijk.
Warme, winddichte kleding
Oké het ijs is dik en stevig genoeg voor een toeristisch tocht. Zijn ook materiaal en kleding in orde? Het is een ‘open deur’ van jewelste, maar draag er zorg voor dat de schaatsen goed zitten en de ijzers glad (geslepen). Dan heb je de beste ondersteuning en de minste kans op blessures. Draag verder warme, winddichte kleding, een muts en handschoenen (minimaal van snijvast materiaal maar nog beter zijn wanten). Die laatste trouwens niet alleen tegen de kou maar vooral ook als bescherming wanneer je valt of je bezeert aan de ijzers.
Intens genieten
Een gladde, koude ijsvloer en warme beschermende kleding… niets staat je meer in de weg. Ben niet overmoedig, maar zeker ook niet (te) bang. Het begin is altijd opnieuw weer wat onwennig. Maar een paar minuten op het ijs en je hebt de slag alweer te pakken. Binnen no-time geef je al die jonkies het nakijken. Last maar zeker niet least… Ga vooral intens genieten. Want zo vaak giet it nie oan!