Afgelopen woensdag werd bekend gemaakt op welke manier de gemeente Oirschot en Best gaan kijken of het wenselijk en haalbaar is om te gaan fuseren. Er is gekozen voor een uitgebreide analyse van uiteenlopende onderwerpen die beide gemeente aangaan. Daarnaast is er ook ruimte binnen de gemeenteraden zelf voor het kiezen van een aantal voor hen belangrijke thema’s en deze verder te onderzoeken. Als alle informatie binnen is dan komen de inwoners, ondernemers en verenigingen aan bod om hun weerklank te geven. Hier is bewust voor gekozen. ”De inwonersparticipatie zal niet per se de laatste stap zijn; tussentijds zullen er ook momenten zijn dat de meningen worden meegenomen”, beaamt Claud Leermakers, voorzitter van de Oirschotse raadswerkgroep.
Door Marcia Engelander - van den Wittenboer
Afgelopen periode hebben de raadswerkgroepen van beide gemeenten nauw samengewerkt onder begeleiding van bureau &Van de Laar om dit voorstel op papier te krijgen. Dit voorstel geeft duidelijke aan hoe de verkennings -en participatiefase er uit zal gaan zien. De resultaten die voortkomen uit dit gezamenlijk onderzoek dat uit ’bouwstenen’ bestaat geven de beide gemeenteraden inzicht om wellicht voor het zomerreces van 2025 weer een stap richting een mogelijke fusie te zetten. In het hele proces hebben beide gemeenteraden aangegeven te willen worden bijgestaan door een onafhankelijk, externe derde partij, een adviesbureau dat nog moet worden uitgekozen. Dit bureau zal uiteindelijk hun bevindingen naar aanleiding van alle resultaten als een ’overall analyse’ naar buiten brengen. ”We hechten waarde aan het inschakelen van een onafhankelijke derde partij, omdat het een complex traject is. Er zijn partijen in Nederland die gemeenten hierbij ondersteunen. Van die kennis en kunde maken we dan ook graag gebruik”, vertelt Claud Leermakers, ”Dat gebeurt overigens bij elke gemeente die in zo’n traject zit, dat kun je niet allemaal zelfstandig bedenken.”
Onderzoek
De gemeenteraden krijgen de opdracht verschillende onderwerpen te onderzoeken die impact hebben op een bestuurlijke fusie. Niet alleen de financiële situatie van beide gemeenten wordt onderzocht, maar ook de sterke en zwakke punten van de ambtelijke organisaties. Ook worden samenwerkingsverbanden met andere gemeenten onder de loep genomen. Verder wordt er ook geïnformeerd bij omliggende gemeenten en bij de provincie Noord- Brabant om te kijken hoe zij tegen de fusie aankijken. John Verheijen, voorzitter van de raadswerkgroep Best legt uit: ”Als gemeenteraden bepalen we daarnaast ook welke onderwerpen wij zelf nog belangrijk vinden bij de bestuurlijke fusie. Dit kan wonen, zorg of veiligheid zijn. Per thema gaan we uitgangspunten formuleren, die in de volgende fase verder worden uitgewerkt.”
Participatie
Er is bewust gekozen om de inwonersparticipatie aan het eind te doen zodat mensen ook weten hoe het ervoor staat en daar hun mening over kunnen geven. De uitkomsten van het onderzoek zullen uiteraard worden gedeeld met de inwoners, ondernemers en verenigingen van de beide gemeentes. ”Het is wel belangrijk dat er ook informatie is over de kansen en risico’s die uit het onderzoek naar voren komen. Dan kun je namelijk meer vragen stellen dan alleen de vraag of mensen de fusie zien zitten of niet”, legt Claud Leermakers uit, voorzitter van de Oirschotse raadswerkgroep. ”Wij zijn benieuwd naar de kansen en zorgen die zij zien. Deze inbreng van de inwoners is ook heel belangrijk voor het vervolgproces.”
Den Haag
Na de uitkomsten van dit onderzoek wordt er besloten of het wettelijk traject zal worden in gegaan. Beide gemeenteraden zullen dan nog twee keer beslissen of ze door willen gaan met de bestuurlijke fusie, alvorens het besluit naar de provincie wordt gestuurd. De provincie zal op haar beurt het besluit richting Den Haag sturen. De Eerste Kamer heeft daar uiteindelijk het laatste woord over. Het hele proces duurt minimaal twee jaar. De vroegst mogelijke datum voor de fusie is 1 januari 2028. ”Dit is haalbaar als het proces snel en goed verloopt’, vertelde Claud Leermakers al eens eerder aan ons. ”Hierbij is zorgvuldigheid belangrijker dan de snelheid van het hele traject.”