Iedereen die het nieuws rond Middelbeers volgt weet dat daar al jaar en dag gestreden wordt voor het behoud van een zandpad, Als Don Quichot en Sancho Panza nemen ze het niet op tegen windmolens zoals in het bekende verhaal, maar tegen halsstarrige gemeenteambtenaren die met groot vernuft onverdroten door dachten te gaan. Uiteindelijk leek het Beerser leger verslagen door grommende en gepantserde wegwerkers en verdwenen weer enkele kilometers zandpad in de bekken van gulzige graafmachines. Maar het gemeentehuis werd uiteindelijk door Vrouwe Justitia tot staan gebracht. Gij zult niet volharden in uw verharde driften en terstond uw snode werken teniet doen luidde de uitspraak..

Maar waar gaat het nu eigenlijk om? Is het alleen behoud van cultureel erfgoed of de nabijheid van de ongekend mooie Landschotse Heide? Uiteraard past een verharde weg visueel niet in een natuurgebied. Grote natuurbeheerders zijn niet voor niets bezig om tientallen kilometers weg door natuurterreinen op te doeken. Verenigen wat eens gescheiden was. Maar onderzoek heeft aangetoond dat het belang van zandpaden voor de natuur letterlijk veel dieper gaat dan het oog kan reiken. Asfalt of klinkers zijn voor vrijwel elk dier gelijk aan klotsend water tegen het land. Een scheidslijn waar ze soms wel overheen kunnen, maar het niet aandurven. Een zandpad is echter totaal anders. Kaal of licht begroeid wordt het gezien als onderdeel van hun leefgebied. Vossen laten dat goed zien. Zij zullen hun territorium nooit markeren met een heerlijk geurende drol op een verharde weg, maar een zandpad is voor hun een uitstekende plek als deze tenminste langs de grens van hun woongebied loopt. Voor insecten en ander klein grut is een zandpad zelfs gelijk aan een luxe woning. Graafbijen en graafwespen laten dat prachtig zien. Zelfs in deze crisistijd waarbij veel van hun soort- en lotgenoten het leven laten door verdroging en verstikking kan een zandpad letterlijk het verschil maken tussen leven en dood. Willen zij hun kroost een veilig thuis geven, dan is een zandpad, of zandhelling, onontbeerlijk. Vroeger waren er voldoende open plekken in de grote paarse heide, maar door vergrassing is daar geen plek meer. Gereedschap hebben ze niet nodig. Drie paar poten en een lijf om het zand weg te duwen is voldoende.

Zandpaden hebben niet alleen hun eigen fauna. Ook de plantengroei mag er zeker zijn. Net als bij het kleine, scharrelende of vliegende grut hebben ze echter wel een enorm nadeel in de strijd om hun voortbestaan. Ze zijn klein en onopvallend. Neem nu eens vogelpootklaver. Geen uitbundige groeier met knallende kleuren maar een dwergje van nog geen vijf centimeter hoog. Dwergviltkruid is de enige “reus” van wel vijftien centimeter maar grondster, hardbloem of tijmereprijs worden alleen gewaardeerd door kruipende biologen. Toch zijn ze van levensbelang voor zandpaden. Ze houden zand vast, vormen wat humusdeeltjes waarmee de grond vruchtbaarder wordt en bieden een schuil- en woonplaats voor honderden beestjes.

Werkgroep Natuur en Landschap de Beerzen laat maar weer eens zien dat Don Quichote toch echt de strijd kan winnen.