Het leek mij wel een aardig idee, het artikel wat ik onlangs schreef over onze glorieuze lokale EHBO doorplaatsen naar de Facebookpagina van ons weekblad. De training met Lotus slachtoffers/acteurs is immers een essentieel onderdeel van de training van deze hooggewaardeerde vrijwilligers. Leuk voor de online lezers dus ook. Dacht ik.
Al binnen een half uur kreeg ik een melding van Facebook dat het artikel verbannen was van de Oirschots Weekjournaal tijdlijn, want het zou in strijd zijn met de richtlijnen van Markje Suikerberg en zijn digitale moraalridders. De enige reden die ik kon bedenken voor deze absurde censuur was dat het wellicht, eventueel, niet geheel uit te sluiten in strijd is met de privacywetgeving, om slachtoffers van ongevallen herkenbaar in beeld te brengen. Maar ja: het ging hier dus om acteurs…
Het hooggeprezen algoritme en de Kunstmatige Intelligentie achter de controle zijn dus blijkbaar niet zo intelligent als moederbedrijf Meta ons wil doen geloven. De kans is groot dat controle door echte mensen dit resultaat niet had opgeleverd. Tenminste, ik vermoed dat een normaal, weldenkend persoon onmiddellijk in de smiezen zou hebben dat het hier om een EHBO-oefening met nepbloed ging en niet om een aandachtsgeile cameragluurder bij een echt gruwelijk ongeval.
Het algoritme achter Facebook heeft me al vaker verbaasd met aan de ene kant een doorgeschoten censuurdrift met nogal Amerikaanse trekjes – een kwart tepel zichtbaar wordt al een probleem, zelfs als het om een zogende moeder gaat – terwijl er aan de andere kant de meest hatelijke berichten en reacties wel probleemloos door de controle komen. Lui die elkaar voor rotte vis uitmaken, racistische teksten, homofobe berichten, onversneden leugens, ordinaire pesterij en haatzaaierij: ‘anything goes’. Alles voor de ‘clicks’: negativiteit verkoopt nu eenmaal lekker en wakkert de datahonger nog wat verder aan.
Inmiddels begint die datahonger nogal obese resultaten op te leveren. We streamen en scrollen en uploaden er onstuitbaar op los. Voor wie nog de illusie had dat dit allemaal nogal abstract en zonder gevolgen is: ga eens in de kop van Noord-Holland kijken. Wie op de A7 in Noord-Holland bij Middenmeer rijdt, ziet een gigantische blokkendoos opdoemen. Hierin huist een zogeheten hyperscale, een enorm datacenter van Microsoft. Iets verderop staat er nog een, van Google. De plannen om nog vijf datacenters aan de snelweg te bouwen stuiten op lokaal verzet. De aanleg van een zwaar door de overheid gesubsidieerd (en wie betaalt er uiteindelijk voor die subsidiepot?) windmolenpark in de regio zou 160.000 huishoudens van stroom moeten gaan voorzien, maar de realiteit is nu dat vrijwel al die groen opgewekte stroom wordt afgenomen door Microsoft. Stroom die nodig is voor de opslag van de miljarden terrabytes die bedrijven tegenwoordig nodig hebben, maar ook voor onze eigen datahonger: TikTokfilmpjes, videovergaderingen, half mislukte familiekiekjes en streamingsdiensten. Wanneer komt de eerste pornoaanbieder met een groen label? De positieve gevolgen van de energietransitie verdwijnen linea recta in een inktzwarte datadraaikolk. Bovendien heeft al die dataopslag koeling nodig, koeling waarvoor schaars water wordt gebruikt, wat na gebruik weer vrolijk op het oppervlaktewater wordt geloodst.
Wat nu? De weg terug lijkt al afgesloten, nu overheden en bedrijven, maar ook wijzelf steeds meer verslaafd raken aan dataslurpende technologie als Chat GPT en Kunstmatige intelligentie. Bijkomend probleem is nog de zogenaamde ‘Black Data’, opslag van bestanden en hele systemen die niet meer gebruikt worden, maar die nog wel opslagruimte en dus enorme hoeveelheden energie gebruiken. Daar ga je dan, als brave burger met je spaarlampjes, je zonnepaneeltjes, je hybride autootje, je ecomodus op je telefoon en je warmtepompje.
In het krakkemikkige en lekker vrijblijvende ‘regeerakkoord’ wat er nu ligt lees ik eigenlijk niks over de aanpak van dit als een mestzeug uitdijende probleem. Het grootste deel van dit kabinet is niet bepaald gekend voorstander van groene energie. Ik denk dat we de oplossing gaan vinden in het plaatsen van een kolencentrale bij elk datacenter, met noodaggregaten op Rotterdamse stookolie ernaast.
Lees deze column gerust online, na ons de datavloed!