Het is alweer de laatste week van juni en dat betekent dat het eind van het broedseizoen in zicht is. Uitgeput hangen duizenden ouders in de touwen. Tientallen malen per dag hongerige snavels gevuld en voor de heren ook nog eens de muren van hun territorium zwaar verdedigt tegen boze indringers. Soms is alles voor niets geweest en eindigde het kroost als eiwitrijk hapje in de maag van eekhoorn of gaai maar dat hoort bij de natuur. Als ze aan het eind van hun korte leven maar twee kinders groot en gelukkig zien rondfladderen mogen ze tevreden vertrekken naar de eeuwige jachtvelden.

Wij, als tweebenige wezens zonder veren en vleugels, merken ook dat het er weer op zit. De koekoek vertrekt binnenkort weer naar zijn Afrikaanse thuis, weidevogels als de zeldzame grutto maar ook de kievit verlaten de natte hooiladen en verzamelen zich in grote groepen. Dichter bij huis zijn de bonte vliegenvangers nog druk met hun jongen, een late kool- of pimpelmees probeert nog een tweede nest groot te krijgen en alleen de huis- en boerenzwaluwen gaan nog even door. Maar wat vooral opvalt: het is stiller geworden in de vroege ochtenduurtjes. De tjiftjaf roept nog af en toe zijn eigen naam maar de bonte vliegenvanger vind het teveel moeite om te blijven zingen. Zijn jongen kunnen bijna het nest uit en daar gaat alle energie in zitten.

Toch zijn er nog steeds vogels te horen. Overdag zijn er nog een paar merels en vooral zanglijsters luidruchtig aanwezig. Dat gaat door tot ver in juli als er toch echt meer energie in de rui gestoken moet worden. Pas in december zal de merel weer zijn snavel opentrekken. Roodborstjes blijven ook hoorbaar aanwezig maar ook zij stoppen binnenkort. Met een nieuw pak zullen zij eind augustus vertrekken naar zuidelijker streken. Hun plaats wordt dan ingenomen door Scandinavische roodborstjes die op hun beurt een winterterritorium met zang gaan verdedigen. Zwartkoppen nemen ook graag deel aan zomers gejodel. Dat was vroeger wel anders. Nog geen dertig jaar geleden waren het echte trekvogels maar nu blijft een groot deel van de populatie hier. Tenslotte zijn er nog vinken en winterkoninkjes. Het lijkt wel of zij zingen wanneer ze er zin in hebben. Na het broeden is er immers geen territorium te verdedigen of mooie vrouw te behagen.

De prijs voor de mooiste zanger in de vroege zomer gaat naar de wielewaal. Vooral de heren met hun knalgele veren lijken wel ontsnapte volière vogels. Helaas zie je ze bijna niet. Op de grond komen ze nooit en hoge populieren zijn hun favoriet. In onze omgeving zijn ze niet algemeen maar met enig geluk, of hulp van de boswachter, zijn ze echt wel te vinden. Landgoed de Baest is altijd een goede plek om te gaan zoeken maar ook de oostelijke Kampina staat garant voor wielewalen. Vroeg opstaan mag maar ook overdag zijn ze actief. Zo welluidend als de heren zijn, zo schor zijn echter de dames. Als ze antwoorden naar hun lief klinkt er een soort van hard gekras wat bijna spookachtig door het bos galmt.

In mijn overzicht heb ik de nachtzwaluw niet genoemd. Geen zwaluw maar een grote bruine nachtjager. Helaas zal je deze in de zomer alleen tijdens excursies kunnen horen. Natuurgebieden zijn slechts toegankelijk tot zonsondergang en dan zijn deze bijzondere dieren nog in diepe rust. Grote nachtvlinders zijn hun favoriete prooi. Tussen elke paar happen laten ze hun vreemde roep horen. Een snorrend geluid als een naaimachine.

Namen bij al die vogelgeluiden? Gebruik dan de Merlin Bird ID app, helemaal gratis en met Nederlandse namen.