Op maandag 10 juni werd een hoog bejaarde getroffen door het zware noodweer wat over onze provincie raasde. Een zware windstoot werd hem noodlottig, een ledemaat verbrijzeld, zijn moede hoofd bijna ter aarde geworpen. Toen hij gevonden werd sloeg de verbijstering toe. Uitgerekend de boom die in 2018 nog in de top drie van mooiste Brabantse bomen stond lag deels gebroken en gescheurd in de voortuin van kasteel Bijstervelt. De volgende dag citeerde het Eindhovens Dagblad een bedroefde buurvrouw: “Onze grote majestueuze boom is niet meer”.

Eens stond hier kasteel Oud Bijstervelt, buitenhuis van de heren van Oorschot die zetelden in Huis Ten Bergh (Spoordonk). Wanneer de eerste steen gelegd werd is niet meer terug te halen. Wel is bekend dat in 1672 het kasteel verkocht werd en vervolgens samen met Ten Bergh gesloopt. Met de vrijkomende stenen werd een nieuw en zeker comfortabeler kasteel gebouwd en in 1775 opgeleverd. Lang heeft de familie Sweerts de Landas er niet gewoond. Al in 1831 werd het complete perceel verkocht aan de missionarissen van Fils de Marie. Het is echter niet alleen het gebouw wat blijft herinneren aan de vroegere eigenaren. Ook de tuin werd door hun in de toen populaire landschapsstijl aangelegd. Kronkelende paden, bruggetjes en doorkijkjes maakten elke tuinwandeling tot een verrassende belevenis. Maar het was vooral de enorme rijkdom aan bomen die de aandacht trok. Tussen 1775 en 1831 werden berken, eiken, populieren, dennen, lariks maar vooral ook beuken aangeplant. Meer dan vijftig stuks moeten er gestaan hebben.

De missionarissen en later de paters Montfortanen hebben zich als rentmeesters van een roemrijke historie over het groene erfgoed ontfermd. Elke boom koesterend en vooral zo weinig mogelijk ingrijpen in natuurlijke processen. Zo kon het gebeuren dat de rode beuk, geplant rond 1827, uiteindelijk uit zou groeien tot een reus van dertig meter hoog en een stamomvang van ruim zes meter. Zijn zwaarste takken steunend op de grond en zo een machtig fort van hout vormend. Echte tonderzwammen vestigden zich in wondjes waar eerder kleinere takken afbraken. Uiteindelijk zou echter een vroege zomerstorm in 2024 hem bijna fataal worden. Zwaar van blad en regen scheurde de boom bijna verticaal tot op de grond. Herstel is nauwelijks meer mogelijk. Het wondvlak zal geïnfecteerd worden door schimmelsporen, nog levend weefsel aangetast en uiteindelijk zal de gehele boom veranderen in een paddenstoelenparadijs. In de stijl van de Montfortanen zou ook nu ons ingrijpen zo beperkt mogelijk zijn. Niet meteen de zaag er in maar de natuur zijn gang laten gaan. Na bijna tweehonderd jaar zal de Bijsterveldse beuk in enkele tientallen jaren terug kunnen keren naar moeder Aarde.

Terugkijkend op deze ramp is er eigenlijk niets bijzonders gebeurd. Een beuk wordt maximaal driehonderd jaar oud op voedselrijke en lemige grond maar op het Oirschotse dekzand is een boom van tweehonderd jaar al hoog bejaard. En als de boom dan ook nog eens dertig meter hoog is en een enorme bladerpruik torsend, is er geen houden meer aan. In een bos is er nog enige beschutting maar op een gazon heeft de wind vrij spel. Bomen gaan en bomen komen, maar het leven gaat door.