We zaten zaterdagavond met Jesse, die we gekscherend ‘de Ideale Schoonzoon’ noemen, in een knus eettentje aan de Tilburgse Paleisring. Onze, nu bij hem horende dochter was nog op vakantie en wij vingen hem een avondje op. Er stond een gezellig muziekje op, ik hoorde een prachtig liedje van Crowded House voorbijkomen. Het duurde even voor ik het herkende, want er was nogal wat geluid van de gasten in etablissement, maar vooral van de naastgelegen horeca.

Dreunende bassen deden de ramen van ons tentje rinkelen en we zagen stroboscopisch licht en mistwolken boven de meute daar buiten de sfeer vervolmaken. Toen ging plotseling bij ons de muziek uit en een serveerster kondigde luid aan: “We houden twee minuten stilte voor de Dodenherdenking.” Binnen één seconde kon je een basilicumblaadje horen vallen. Het geluid van de airco was alles wat we nog hoorden.

Wat gaat er in die twee minuten door je hoofd. Ten eerste dat ik het zo indrukwekkend vind dat zelfs op deze plek, ook bij de luidruchtige buren, iedereen gewoon het respect opbrengt om echt stil te zijn. Maar natuurlijk ook: de Tweede Wereldoorlog, de Jodenvervolging, al die mensen die omgekomen zijn. Mijn gedachten gaan automatisch ook naar Oekraïne, de Israëlische slachtoffers bij de wrede terreuraanslag op 7 oktober én naar de nu al ruim 30 duizend slachtoffers in de Gazastrook. Die laatste twee mogen blijkbaar eigenlijk niet herdacht worden op 4 mei, want het moet gaan om de Nederlandse slachtoffers in oorlogen en conflicten op het wereld toneel. Maar ik kan er niks aan doen.

Bovendien is het bijna onmogelijk om je afzijdig te houden in deze oorlogen. Wat de Russen flikken in hun buurland gaat alle voorstelling te boven en datzelfde geldt nu ook voor wat het Israëlische bewind en haar leger aan onvoorstelbaar veel leed aanrichten in de Gazastrook. Er zijn mensen, ook in ons land die het vergelden van de Israëlische slachtoffers met nu al ruim een dertigvoud aan Palestijnse slachtoffers gerechtvaardigd vinden. Ik niet. Ik vind het trouwens ook niet gerechtvaardigd dat bij een speciale gelegenheid in het Joods museum in Amsterdam daar vrijwel voor de deur een uit de hand lopende, lawaaiige demonstratie aan de gang is. Net zo min trouwens als ik het gerechtvaardigd vind dat er op dat moment in het museum een Israëlische minister spreekt, een vertegenwoordiger van een apartheidsregime met veel, heel veel bloed aan de handen.

De scherpslijpers aan beide kanten willen de wereld meetrekken in hun conflict, willen ons dwingen om partij te kiezen: onwrikbaar vóór de een en tégen de ander. En weet je: daar heb ik eigenlijk helemaal geen zin in. De gematigde Palestijnen en Israëlieten in dit conflict zien ook dat steeds weer geweld op geweld opstapelen tot alleen maar meer ellende leidt. Wat verlang ik in deze tijd terug naar de jaren van premier Yitzhak Rabin en Yasser Arafat, die elkaar de hand schudden als bezegeling van het Oslo Akkoord. Rabin werd in 1995 vermoord tijdens een politieke bijeenkomst. Saillant detail is dat de moordenaar geen Palestijn was, maar een ultra-orthodoxe kerel van zijn eigen volk.

Hamas zal uitgeschakeld moeten worden om vrede te kunnen bereiken. Maar als Israël kil en meedogenloos blijft doorgaan met zijn onderdrukking, moord op journalisten en kolonisatieacties, blijft de haat bestaan en kun je wachten op een nieuwe Hamas. Wat is de oplossing. In ieder geval geen ‘Endlösung’ die – hoe paradoxaal is dat, door de nabestaanden van de Holocaust? – zoals het Israëlische regime nu voor lijkt te staan. Een tweestaten politiek? We moeten ons in ieder geval zeker niet laten verleiden tot blinde woede, want niet elke Palestijn is een terrorist, ook al willen ze je dat op sommige socials doen geloven. En niet elke Israëliër is een ultra-orthodoxe Jood of kolonist. Een flink aantal is zelfs helemaal niet Joods. En niet elke Joodse Nederlander is een aanhanger van Netanyahu.

Wat er in twee minuten al door je hoofd kan gaan.