Links op de foto zijn woningwetwoningen in de Leliestraat te zien die begin jaren 70 van de vorige eeuw gebouwd zijn. Zo’n zelfde huizen zijn er toen ook in de Margrietstraat en de Antoniusstraat gebouwd. Met de voortuinen van deze huizen was iets bijzonders aan de hand. In opdracht van de gemeente ontwierp de Oisterwijkse tuinarchitect en landschapsdeskundige C.J. Elings de bijzondere tuinen voor deze huizen. Deze tuinarchitect hield niet van ‘cleane, brave tuinen en strak aangelegde parken’, en daarom ontwierp hij zoals hij het zelf noemde ‘stukjes echt landschap, waar leefbaarheid de boventoon voert’. De bewoners van de huizen stonden hun voortuin af om volgens het experimentele groenplan van dhr. Elings beplant te worden. De bewoners waren van te voren door de zeer enthousiaste gemeenteraad op de hoogte gebracht van deze plannen. De plannen werden betaald door de gemeente, het betrof immers huurhuizen.
Maar de plannen van de gemeenteraad gingen nog verder: Ook de koopwoningen in een deel van de Margrietstraat (rechts op de foto) en de koopwoningen rond het Margrietplein kregen dezelfde voortuinen. De gemeente wist ook de huiseigenaren enthousiast te krijgen voor dit experimentele plan, en dus stonden ze hun voortuin af voor het plan, wat ze vervolgens wèl zelf moesten betalen. Volgens het Nieuwsblad van het Zuiden van 11 april 1973 zou één huiseigenaar niet mee doen aan het plan. De tuinarchitect legt in datzelfde artikel uit hoe hij de tuinen ziet: “Geen aan biljarttafels identieke gazons, geen rode roosjes, geen zorgvuldig gecoupeerde bomen en struiken, maar speelse tussen veel heide geprojecteerde pallisades met als tussenbeplanting onder meer brem, kornoelje, Gelderse roos, dwerg-den, berk, lijsterbes en krent. Brokjes ‘gewone’ natuur, van voordeur tot voordeur, tussen de steriele nieuwe huizen.” De tuinen vormden één geheel met daartussen paadjes naar de verschillende huizen. Het Margrietplein werd één heidegebied met daarin speelgelegenheid voor de kinderen.
Medio 1973 was dit plan uitgevoerd en het gemeentebestuur en de bewoners waren heel enthousiast over de nieuwe ‘tuinen’, ook al zag het er in het begin nogal dunnetjes uit, zoals op de foto te zien is. Al het enthousiasme ten spijt veranderden de tuinen na een jaar of tien geleidelijk. Struiken die doodgingen werden vervangen door nieuwe, die niet altijd meer in het oorspronkelijke plan pasten. Zo gaven bewoners steeds meer hun eigen draai aan hun voortuin en veranderde het ‘stukje echt landschap’ van het oorspronkelijke plan toch weer in de ‘cleane’ en ‘brave’ tuinen die de tuinarchitect nou juist niet wilde.
(Tekst: Joke van Ham, heemkundekring “Den Beerschen Aard”)