In mijn column, beste lezers, neem ik u meestal mee naar opmerkelijk groene fenomenen en soms wil ik wel eens uit mijn slof schieten als onze geachte hoeders weer eens ondoordacht omgaan met onze groene erfenis. Onlangs viel mijn oog echter op een prachtige lijst van gebouwde monumenten die onze vroede vaderen graag zouden willen beschermen. En wat dan meteen opvalt is dat alles groot, groter of grootst is. Groen ontbreekt maar daar wordt aan gewerkt met de monumentale bomenlijst die binnenkort zal verschijnen.

Totaal vergeten, verbrokkeld, begroeid met fraaie korstmossen zoals gelobde citroenkorst, staat in één van de verste uithoeken van onze gemeente een monument wat al tientallen jaren aan de aandacht van monumentenzorg ontsnapt is. In 1806 opgericht als vier gemeentepunt midden op grote stille Beersche Heide en net ten zuidoosten van de hoogste toppen van het heide en stuifzandcomplex op de Bekersberg. Een betonnen grenspaal getuigend van de organisatiedrift van de Bataafse Republiek als onderdeel van het grote Franse keizerrijk. In 1801 werd ons land opgemeten. Dorpen in kaart gebracht, heidevelden ingemeten en oeroude grenzen bevestigd of uitgewist. Aan de voet van de Bekersberg lag in de veertiende eeuw al de grens van meerdere “Gemeynten”, gemeenschappelijk beheerde woeste gronden. Paden zullen er naar toe en vanaf gelopen hebben. Beton kende men nog niet en grote zwerfstenen waren zeldzaam. Mogelijk was het een oude eik, een linde of een houten paal die boeren van Hilvarenbeek, Oisterwijk en Beers als herkenningspunt gebruikt hebben. Tot hier en niet verder. Op de eerste gedetailleerde kaart van dit gebied (1851) is de “Beekeberg” aangegeven met daarnaast een “Steenen Paal”. De door de Bataafse Republiek vastgestelde grenzen zijn er niet op aangegeven. Wel is een netwerk van paden over de grote stille heide ingetekend. De belangrijkste loopt net iets ten zuiden van de paal en gaat van Kattenberg naar Broekzijde en Heizen. Komend vanaf de heide zal men in de winterperiode wijselijk een andere route gekozen hebben. De hooilanden aan beide zijden van de Reusel zullen dan meestal veranderd zijn in een ondoordringbaar moeras.

Opvallend in dit verhaal is de zorg die de gemeente Oirschot, sinds 1997 erfgenaam van de vroegere gemeente Oost-, West- en Middelbeers, besteedt heeft aan het markeren van oude gemeentegrenzen. Prachtig uitgevoerde houten borden zijn er geplaatst. Genummerd, zodat er zelfs een fiets of autoroute van te maken is. Eens was ook de “Stenen Paal” er in opgenomen. Komend vanaf de Bekersberg stond er een verwijsbord tegenover de entree van Landgoed De Stille Wille. Direct rechts achter de houten villa die nu op Google Maps staat als de “Boskiosk” is de Stenen Paal nog te vinden. Als met een doornenkroon versierd hangt er wat prikkeldraad over zijn oude hoofd, het verwijsbord staat bijna verweesd in de tuin van Beekersberg 3 (let op de spelling, dit is dus ten westen van de Bekersberg). Direct achter de paal ligt een grote brok Bataafs cement. Gebarsten, verweerd, bijna de dagen zat kijkt de paal rond. Ziet prachtige groene en rode initiatieven in zijn omgeving maar niemand die zich over zijn lot ontfermd. Een passerende bioloog, uw columnist, die langskomt speurt verrukt naar zeldzame korstmossen op zijn lijf, landgoedeigenaren aan beide zijden vertellen vol trots over zijn historie. Maar niemand die beseft dat zonder liefdevolle zorg zijn laatste dagen geteld zijn.

Gemeente Oirschot, wordt eens wakker. U bent erfgenaam van deze Stenen Paal. Met de status van gemeentelijk monument kan er eindelijk hoognodig onderhoud uitgevoerd worden. Maak het de meest westelijke punt van de Ecologische Verbinding Zone van Baest tot Bekersberg, wees er trots op dat dit stuk vernuft van allereerste landmeetkunde nog bestaat.