De sjofel geklede man parkeerde zijn bestelbusje tegenover ons huis en keek op zijn telefoon en op het pakje dat hij vasthield. Hij zocht een adres, zoveel was duidelijk. Vanwege zijn grijze lokken en zijn voorovergebogen, houterige gang schatte ik hem midden zeventig. Op die leeftijd nog werken voor een internationale bezorgfirma die nu niet als heel sociaal voor haar werknemers (of waren het zogenaamde zzp’ers?) bekend staat, dat is meestal geen teken van welvaart. Je zag het tegenwoordig vaker. Ik moest denken aan een oud-dorpsgenoot, die ooit zakelijk in de aap was gelogeerd en die rond zijn tachtigste nog foldertjes rondbracht om de eindjes aan elkaar te kunnen knopen.
Misschien moest de voorovergebogen man ook nog naar de Voedselbank om nog voldoende nutriënten binnen te krijgen, je wist het niet. Persoonlijk vind ik daar wel wat van, als inwoner van een van de welvarendste landen op deze aardkloot. We zouden het financieel gemakkelijk zo in kunnen richten dat er hier niemand naar de Voedselbank hoeft, of naar de Kledingbank, of zijn kinderen zonder eten naar school moet sturen, of afhankelijk is van hulpinstellingen die zorgen dat zijn schulden afbetaald worden, of dat hij een oude fiets kan krijgen. Blijkbaar doen we het in ons land liever zo, dan dat er een fatsoenlijke inkomensverdeling is, waardoor niemand zijn hand zou hoeven ophouden. Ondertussen kloppen de rijken zich bij hun uitbundige benefietdinertjes trots op de borst vanwege al het goeds dat ze voor de samenleving doen. In rap tempo gaan we naar een Schaamlapsamenleving, waarin we liever opteren voor de aalmoezen en de doekjes voor het bloeden dan voor structurele en menswaardige oplossingen en we stemmen dan op allerhande populisten voor wie het begrip solidariteit net zo weinig inhoudt als het hoofd van René van der Gijp.
Ik moest ook denken aan de man die al een jaar in zijn auto sliep omdat hij geen betaalbare woning kon vinden. Verschillende gemeenten pakken nu maar zelf de handschoen op om het daklozenprobleem op te gaan lossen, omdat de landelijke overheid het hier laat afweten. Er zijn trouwens ook nog steeds gemeenten die het daklozen probleem ‘oplossen’ door de zwervenden continu te verjagen, of door alleen nog bankjes te plaatsen met extra leuningen, zodat er niemand op kan liggen.
Hoe wreed ben je onder je scalp als je deze nachtelijke koulijders zo wilt sarren?
Voor het zoveelste jaar op rij pleit de politie voor een vuurwerkverbod, nadat er wéér honderden politiemensen en andere hulpverleners gewond zijn geraakt tijdens wéér een Oud op Nieuw die totaal uit de hand liep. De beoogde coalitiepartners schreeuwen moord en brand over het gedrag van rellende jongeren met hun vuurwerkbommen: het tuig moet hard worden aangepakt roept de grootste populist van allemaal. Maar een vuurwerkverbod: nee, dat gaat ze te ver. Bij de populistische partijen is er weinig animo voor een verbod. Ze kennen hun aanhang ‘en er is hen al zoveel afgepakt’. Wat dan? Nou ja: Zwarte Piet bijvoorbeeld. Ze willen liever alleen strenger op (laten) treden tegen de bommengooiende relschoppers met illegaal vuurwerk, maar ze lijken niet te snappen dat het voor de politie in zo’n gestoorde nacht vrijwel onmogelijk is om het onderscheid te maken tussen legaal of illegaal. En als er legaal vuurwerk op je afgeschoten wordt, is het dan minder erg? Weer doekjes voor het bloeden, weer een schamper schaamlapje, voor de al jaren aan de bel trekkende hulpverleners. En dan vreemd opkijken als het tekort aan politiemensen op straat – zeker met Oud op Nieuw – onverantwoord wordt.
Het polderen heeft een verkeerde afslag genomen: er worden vooral kolen en geiten gespaard en geen enkel probleem wordt nog opgelost. Woningnood? We geven gewoon de asielzoekers de schuld. Dat is altijd makkelijker dan het schetsen van twintig jaar falend beleid, met verkoop van de gemeentelijke woningbouwverenigingen, veel te weinig sociale bouw en ruim baan geven aan buitenlandse investeerders en ordinaire pandjesbazen.
Ik wil hier soms niet meer bij horen, in dit gave land. Het liefste zou ik die schaamlap over mijn eigen hoofd gooien.