Ik kom aanrijden over de Oerlesedijk, onder de mooie beuken door, het is alweer een stralende herfstdag op het AZC.

Tekst Marieke Kessels, Foto Ruud Severijns

We moeten vandaag een Rechten- en Plichtengesprek voeren met een Somalische familie. Het gezinshoofd is een kleine vrouw met veel rimpels en zoekende oogjes. Halverwege het gesprek stelt ze ons opeens een vraag: wanneer krijg ik het verlossende bericht? Of ik in Nederland mag blijven? Mijn collega en ik staan paf. Er is haar al minstens enkele keren en op diverse plekken verteld – in haar eigen taal – dat zij een verblijfsvergunning heeft. Ze is ook in het bezit van IND-pasjes en woont nu toch al enkele weken in een locatie voor vergunninghouders… Hoewel ons gesprek professioneel vertaald wordt door iemand van de tolkentelefoon, lijkt er maar weinig informatie tot haar door te dringen. Om dit soort dingen op te pakken hebben we mooi gereedschap, genaamd ‘6 domeinen’. Het helpt ons om te signaleren en vervolgens met haar de eerste stappen richting activering te kunnen zetten: zelf boodschappen doen, de bus nemen…

Ons volgende gesprek is met een jonge vader uit Afghanistan. Hij brengt zijn IPad mee en volgt samen met ons het tracé van zijn inburgering. Hij is ingenieur. Hij heeft nog geen baan, maar kan niet wachten om te beginnen. Hij staat ingeschreven in de gemeente Rotterdam en zijn huurhuis komt beschikbaar over vijf weken, maar hij heeft een uitnodiging gekregen voor lessen Nederlands in Rotterdam, vier dagen per week van 8.30 tot 15 uur, ingaande volgende week. Maar… hij woont hier in Brabant bij zijn gezin, op de heide, ver van bushaltes en treinen. Gelukkig is er nog zoiets als redelijkheid. We gaan erover bellen en de lessen worden verschoven naar begin januari. Dan heeft hij ook rustig te tijd om te verhuizen.

Emoties

Onze Matthias, over wie ik vorige week schreef, stroomt vandaag met de rest van het gezin door naar een ander AZC in Nederland. Ver van hier, maar dichter bij zijn vader, en dichter bij de gemeente waar hij zal komen te wonen. Geëmotioneerd neemt hij afscheid van ons, en van zijn beste vriend hier. Wel zeven COA-medewerkers en tien bewoners zijn naar buiten gekomen om in alle talen afscheid te nemen van het gezin. Ook deze kinderen hier op de foto. Vele tassen worden achter in een autootje gepropt.

Als hij onderweg is, check ik nog even hoe het met hem is. ‘Goed,’ schrijft hij in de app, en hij bedankt me voor alles. Ik zeg: ‘Nou, ik wil jou ook bedanken.’ ‘Ik heb niets gedaan,’ antwoordt hij. ‘Toch wel,’ reageer ik. ‘Jouw vrolijkheid maakt Nederland een nog mooier land’. Hij antwoordt: ‘Ik wil je iets vertellen. Wat ik het meest haat in mijn leven is verdriet, en ik probeer altijd, zelfs als er een beetje verdriet in mijn hart is, dat niet te laten zien op mijn gezicht, aan de mensen met wie ik te maken heb. Mijn doel is altijd optimisme, de sleutel tot succes.’ Ik schrijf hem: ‘Jouw inzet voor jouw nieuwe leven verlicht mijn hart.’ Hij schrijft terug: ‘Nederland is een heel mooi land dat ons veel heeft gegeven, en wat ik doe is onderdeel van het terugbetalen van de gunst.’