Als het even kan mijd ik vliegverkeer, want ik kan niet zo goed tegen het hele gebeuren eromheen. Het gehaffel met bagage, inchecken met röntgen, met tweehonderd man op elkaar gepakt in een aluminium cilinder: ik word er niet blij van. En als ik móet vliegen, dan perse niet met RyanAir, marktleider in Klantonvriendelijkheid. Chagrijnig personeel, beenruimte voor een resusaapje en om de drie minuten word je wakker gemaakt om je sigaretten en krasloten aan te smeren.
Vorige week bij Zembla: ‘Omerta boven de wolken’. Mijn advies: als je ooit nog met een Europese budgetmaatschappij wilt vliegen, deze documentaire niet kijken. Tien jaar geleden stelde Zembla al vast dat er bij RyanAir een ‘angstcultuur’ heerste en dat er vaak het randje werd gezocht bij het naleven van de Europese luchtvaartregels. Er blijkt nog weinig verbeterd, stelt Zembla na vijf maanden onderzoek. Tientallen piloten van budgetairliners werden ondervraagd. Allemaal anoniem, want ze vrezen de zeker te verwachten represailles van hun bazen. Sommigen spraken van de ‘Maffia in de lucht’.
Voor een paar tientjes vlieg je door heel Europa. Iedereen weet dat het niet kan, maar alla: wat is het probleem? Dat wordt in Zembla heel duidelijk uitgelegd. De kosten van vliegtuig, brandstof, landingsrechten: daaraan valt niet te tornen. Het enige waarop bezuinigd kan worden: het personeel. En dat doen de prijsvechters. Er zijn agentschappen die piloten leveren voor airlines. Die piloten zijn zogenaamd ‘zelfstandig’, ook al vliegen ze via het agentschap altijd voor dezelfde maatschappij. Ze hebben niet de ‘benefits’ van vast personeel, maar wel de plichten. Ze verdienen ook beduidend minder. Ze worden gedwongen om zeer veel extra uren te maken, jarenlang. Piloten klagen over extreme vermoeidheid en dat de vliegveiligheid daardoor verslechtert. Er zijn veel meldingen van cockpitpersoneel dat tijdens de vlucht in slaap viel.
“Je draait op overlevingsdrang en je bidt dat er maar niets fout gaat.”
Als piloten zich oververmoeid ziekmelden, volgt een ‘disciplinair gesprek’. De Hongaarse budgetvlieger WizzAir liet via directeur Joseph Ferrari in een videoboodschap aan het personeel weten: “We zijn allemaal weleens vermoeid, maar het is belangrijk om toch een stapje meer te zetten…” Verder zijn er veel klachten van piloten die door hun maatschappij worden gedwongen om minder brandstof mee te nemen dan de veilige marge. Kostenbesparend. Een tijdje terug ging dat op de luchthaven van Valencia op één dag drie keer bijna mis met vliegtuigen van RyanAir.
Je zou denken: maar er is toch wel toezicht op het naleven van de regels? Toen de Europese bond voor piloten klachten deponeerde over RyanAir werden ze onmiddellijk voor het gerecht in Dublin gedaagd wegens ‘smaad’. De vertegenwoordigers van de bond kregen te maken met tientallen advocaten van de airliner en ze werden persoonlijk onder druk gezet om hun bevindingen te laten vallen. Na zes jaar kreeg de bond wel gelijk. Nog erger is het gesteld met de EASA, de toezichthouder voor de Europese luchtvaart. Ze grijpen nauwelijks in bij deze misstanden, zo concludeert Zembla. Op klachtenmails van piloten wordt stomweg niet gereageerd. De EASA verricht wel inspecties, maar heeft in een adviserende en begeleidende rol een aantal airlines ook als klant: de bekende slager en zijn eigen vlees. Een klant als WizzAir bijvoorbeeld krijgt een inspectie altijd ruimschoots vooraf gemeld. Jesper Rasmussen van EASA is het typische voorbeeld van de gevaarlijke gladprater uit de moderne wegpoetscultuur. In gesprek met Zembla ontkent hij glashard dat er überhaupt klachten zijn. Als hij erop gewezen wordt dat zelfs de Amerikaanse Airline Pilots Association grote vraagtekens heeft bij het naleven van de veiligheidsregels door EASA, plus dat Europese airlines hun piloten dringend afraden om lid te worden van een bond, stelt Rasmussen met een opgepoetste grijns dat de Amerikaanse regels gewoon ‘een beetje ouderwets’ zijn…
Alsof de Minister van Volksgezondheid vindt dat handen wassen door chirurgen achterhaald is.
Ik moest denken aan dat vrolijke liedje van wijlen Corry van Gorp. “Hallo hallo, this is your captain speaking, hup holladijoo - We gaan een beetje heen en weer, want de motoren doen het allebei niet meer - Maar ‘k heb ook een goed bericht, want we hebben prima zicht!”