Geschrokken waren ze, toen ze het artikel lazen in dit weekblad over de zorgen die een verwant uitte over de inzet van verwanten bij de ouderenzorg. Dit weer naar aanleiding van een brief die alle verwanten in mei ontvingen. Wijkverpleegkundige Joyce van Rooij, intramuraal zorgmedewerker en OR-lid Astrid Beckers en Marlou Kremer van de Cliëntenraad van Joris Zorg willen graag uitleg geven over de bedoelingen van de zorginstelling. Volgens hen valt er nogal wat te nuanceren en zal de kwaliteit van de zorg altijd bovenaan blijven staan.

door Rens van Ginneken

Dat de personele bezetting onder druk staat de laatste jaren, dat mag duidelijk zijn stelt Joyce van Rooij. “Met name sinds corona zijn er meer medewerkers dan gemiddeld gestopt. We merkten dat de spoeling dunner werd, met name het aantal zorghanden aan het bed werd minder. Er komen nu ook simpelweg minder mensen van de opleidingen. Dat houdt dan in dat je het met minder mensen moet doen.” Haar intramurale collega (red: werkend binnen de instelling) Astrid Beckers vult aan: “Voor een deel wordt dat opgevangen met zzp-zorgprofessionals en flexwerkers. Desondanks zetten we ook hen zoveel mogelijk in op vaste plekken, bij vaste cliënten. Dat gebeurt ook wanneer er onder de vaste mensen langdurig zieken zijn, of werknemers met zwangerschapsverlof bijvoorbeeld.” Joyce: “Bij de thuiszorg werken we minder met zzp’ers en flexwerkers: dat hangt ook veel af van de zorgzwaarte van de cliënten trouwens.”

Anticiperen op de toekomst

Dat met de inzet van vrijwilligers en mantelzorgers de kwaliteit van de (medische) zorg wellicht in het geding zou komen en dat er een verplichting zou rusten op die inzet willen ze met klem ontkrachten. Marlou Kremer: “Er is absoluut géén verplichting. We zien dat er een grijze golf aankomt en dat het bij andere zorginstellingen nog veel nijpender is dan bij ons. Daarom is het juist goed dat Joris op de toekomst anticipeert, door op tijd te gaan kijken: hoe kunnen we het anders inrichten, zodat het voor onze ouderen zo fijn mogelijk blijft? De voorliggende generaties waren niet meer echt gewend om te helpen bij hun ouders. We willen weer langzaam dat bewustzijn creëren, dat de hulp van verwanten en vrijwilligers bij tijd en wijle zeer welkom is. Sommigen komen al veel binnen om een handje te helpen trouwens, terwijl je andere verwanten – om diverse redenen – weer veel minder ziet. Dan is er ook nog een grote groep die twijfelt over hun inzet.”

Een stukje wandelen

Astrid legt uit: “Mensen weten vaak gewoon niet zo goed waarmee ze dan kunnen helpen. Maar iets eenvoudigs als een stukje gaan wandelen met een verwant kan al heel fijn zijn voor de oudere én de medewerkers. En misschien is er nog iemand meer die je al kent en kan die dan ook meewandelen. Ook kunnen verwanten eens meehelpen in de huiskamer. Dan gaat het niet over ingewikkelde dingen: gewoon een praatje, koffie inschenken. De huiskamer is tenslotte van de cliënten en hun verwanten. Het is het voortzetten van wat men thuis al gewend was met elkaar. Joris Zorg kan mooi de aanvullende professionele 24-uurs zorg geven, waardoor de mantelzorger zeer ontlast wordt.”

Goed afstemmen: wie doet wat

“De brief die nu is verstuurd was overigens niet de eerste. We hebben al vaker aan verwanten gevraagd of ze misschien wat willen doen”, aldus Joyce. “Daarbij blijft het altijd maatwerk, ook bij ons in de thuiszorg. Altijd stem je goed af: wie doet wat. Als iemand al elke avond bij zijn moeder komt bijvoorbeeld, dan is het misschien niet nodig dat wij moeders tabletje klaarleggen. Ook is de brief trouwens bedoeld om de mensen die al erg veel doen, een beetje te kunnen ontlasten.” Astrid knikt: “Sommige verwanten zijn al erg druk en als ze dan toch eens komen, zijn we daar al blij mee. Het is echt geen moeten. Daarnaast krijgen we van anderen weer de vraag: kunnen wij ook iets betekenen? Het is niet de bedoeling om mensen te verplichten om hun verwant onder de douche te doen. Aan de andere kant zie je ook weleens iemand die dat juist graag doet met haar moeder.” Marlou vult aan: “In de praktijk zie je vaak dat mensen het liefste helpen met dingen die ze leuk vinden en dat is ook helemaal goed! Sommigen helpen liever met de tuin onderhouden dan met de bingo. Gelukkig maar, die verschillen in voorkeuren: we zijn met heel veel blij!”

Niet tornen aan zorgkwaliteit

Een ander ding dat Joyce stevig wil benadrukken: de waarborging van de zorgkwaliteit. “De kwaliteit en professionaliteit, daar gaan we niet aan tornen. We houden – ook met inzet van verwanten en vrijwilligers – altijd de vinger aan de pols, bijvoorbeeld met medicijnverstrekking. En een kwetsbaar persoon met dementie willen we toch altijd graag zelf als eerste zien bijvoorbeeld. In de huiskamer sta je er ook nooit alleen voor, er is altijd een professional in de buurt. En ook in de thuiszorg wordt er goed met verwanten overlegd, afgestemd en vastgelegd. Daarnaast plaatsen we vaste mensen op vaste routes. Maar ook bij onze zzp’ers geldt: het zijn allemaal mensen met professionaliteit en kwaliteit.”

Bewust worden van sámen doen

Marlou: “Als iemand nieuw bij ons in huis komt, proberen we altijd al snel een participatiegesprek te plannen met de verwanten. Dan leggen we genuanceerd uit hoe de situatie is, hoe we naar de toekomst kijken en stellen we natuurlijk ook de vraag of mensen wellicht iets willen doen. Het gaat om het sámen doen, daar steken we energie in, om dat bewustzijn te kweken.” Astrid vult aan: “Het gaat niet alleen om het verlagen van onze werkdruk, maar juist óók om het plezier dat cliënten en verwanten eraan beleven. Bovendien kunnen verwanten soms meer bieden dan wij; wij zijn de eersten om dat te erkennen. Het is een samenspel, vooral gericht op het naar elkaar omzien.”

Buiten de oude kaders denken

Joyce knikt. “We denken nu meer buiten de ‘ouderwetse’ kaders. Als we bijvoorbeeld iemand vroeger op de dag kunnen douchen, geeft dat in de avond weer ruimte. Het is voor ons soms ook nog wennen, maar zo kunnen we voorkomen dat we nee moeten verkopen.” Over de bewuste brief in mei vertelt ze: “Ik heb eigenlijk zelf nergens negatieve geluiden gehoord. Mogelijk dat mensen zich in een enkel geval niet zo gemakkelijk uitspreken hierover, dat kan natuurlijk. Maar we zetten ons met het hele team honderd procent in. En er zal best eens iets misgaan, maar zoals het nu in het artikel werd beschreven was echt té zwart-wit. Ik kreeg er zelf buikpijn van. We zullen áltijd in het belang van onze cliënten blijven handelen”, zo verzekert ze.

Een open bedrijf

Marlou besluit: “We zullen nog duidelijker en concreter moeten communiceren, zodat mensen zich niet nodeloos zorgen maken. We zijn ook zeker geen gesloten bedrijf; we willen in alles transparant zijn. We geloven oprecht dat we deel uitmaken van de gemeenschap en dat de gemeenschap al sinds 1333 deel uitmaakt van Joris. Ook vanwege die openheid organiseren we verwantenavonden en betrekken we allerlei mensen bij onze zorg: de buurtvereniging, scholen en andere geïnteresseerden. Onze deur staat open!”

Op de socials van Joris Zorg en in het eigen magazine kun je meer lezen over de initiatieven die Joris Zorg ontplooit om de samenleving te betrekken bij de ouderenzorg.